Misleidende bijvriendelijke verpakkingen

📣 Beewashing

Als bij-vriendelijkheid een verkooppraatje wordt


Duurzaam en zorgzaam, of eigenlijk misleidend?

Steeds vaker zie je het in het tuincentrum, op zaadverpakkingen, of zelfs in supermarkten: kreten als “bijvriendelijk”, “goed voor vlinders” of “bloemenmix voor insecten”. Het klinkt duurzaam en zorgzaam, maar wie beter kijkt, ontdekt dat deze beloftes lang niet altijd kloppen. Sterker nog: soms schaadt het de insecten waar we juist zo goed voor willen zorgen. Dat fenomeen noemen we beewashing — het misleiden van consumenten met mooie woorden over bijen, terwijl het product of de werkwijze schadelijk kan zijn voor insecten en biodiversiteit.


🌍 Exotisch is niet per se ecologisch

Veel zaden, bollen en planten die als “bijvriendelijk” worden verkocht, komen van ver, zoals Oost-Europa of Afrika. Hoewel deze planten verwant kunnen zijn aan soorten die hier ook voorkomen, zoals een korenbloem, is een korenbloem uit Polen net een tikje anders, en niet vanzelfsprekend herkenbaar voor onze inheemse insecten.

Een bloem kan nectar bevatten, maar als een wilde bij of vlinder haar niet “herkent” als voedselbron of waardplant, doet het niets voor die soort. In sommige gevallen lost de natuur dit zelf op — zoals het koolwitje dat zijn eitjes is gaan leggen op Oost-Indische kers. Maar vaker verdringen geïmporteerde uitheemse planten onze lokale flora, waardoor de beschikbare voedselbronnen en voortplantingsplekken voor wilde insecten juist afnemen.


☠️ Een bloem kan mooi lijken, maar vanbinnen giftig zijn

Nog problematischer is dat veel planten en zaden, ook als ze als “biologisch” of “bijvriendelijk” worden verkocht, behandeld zijn met pesticiden. Uit onderzoek van o.a. de Bijenstichting blijkt dat 80% van de onderzochte biologische zaden tóch behandeld was met een chemisch middel, vaak al vóór het groeiproces begon.

Het gif zit dus letterlijk in het zaad of in de bol, niet alleen op de buitenkant. Een plant kan daarna biologisch worden opgekweekt, maar het uitgangsmateriaal is al besmet. Dit soort behandelingen laten residuen achter die dodelijk kunnen zijn voor insecten — en lang onzichtbaar blijven. Ter vergelijking: een eetlepel RoundUp in een Olympisch zwembad is al voldoende om een hommel- of bijenvolk te desoriënteren, met sterfte tot gevolg.


🏷️ Misleidende labels en schijn-duurzaamheid

Consumenten worden met goede bedoelingen verleid tot foutieve keuzes. Zadenmengsels met namen als “bijenmix” of “vlindervriendelijk bloemenveld” wekken vertrouwen, terwijl ze vaak:

  • uit uitheemse soorten bestaan die hier geen functie hebben;
  • in plastic verpakt zijn en over grote afstanden zijn vervoerd;
  • of behandeld zijn met pesticiden, gewasbeschermers of fungiciden.

Dit is het eerste type beewashing: insectenmarketing zonder werkelijke ecologische waarde. Het tweede type beewashing zie je vooral bij bedrijven of overheden die het imago van “de bij” gebruiken om hun duurzame intenties te promoten, zonder een echt structurele bijdrage te leveren. Denk aan daken met bijenkasten op hoofdkantoren, terwijl het bedrijf zelf betrokken is bij intensieve landbouw, gifgebruik of grootschalige verstening en verstedelijking.


🐝 Honingbijen ≠ dé oplossing voor de insectencrisis

Ook het houden van bijen — hoe sympathiek ook — wordt soms ingezet als groene afleiding van bredere problemen. Maar honingbijen zijn maar één soort binnen een enorme groep van insecten. Wilde bijen, hommels, zweefvliegen en vlinders hebben andere behoeften: meer variatie, minder concurrentie, géén intensieve verzorging.

Bovendien hebben honingbijen het zelf ook moeilijk, door:

  • warmere winters ❄️🌡️ (waardoor ze te vroeg actief worden),
  • wisselende drachtschema’s door klimaatverandering,
  • ziekten zoals varroamijt en de opkomst van invasieve soorten zoals de Aziatische hoornaar.

Het plaatsen van bijenkasten zonder goed inzicht in het ecosysteem kan onbedoeld de druk op wilde bestuivers verhogen. Bijenhouden is dus géén universele oplossing — het is een activiteit die pas zinvol is als je ook de omgeving, drachtbronnen en biodiversiteit in overweging neemt.


Wat kun je dan wél doen?

Gelukkig zijn er wél goede alternatieven voor mensen die hun tuin of balkon écht vriendelijk willen inrichten voor insecten, of te zorgen dat diversiteit hand in hand gaat door te voorzien in voldoende dracht en waard planten:

  • Kies inheemse planten, liefst biologisch en onbespoten.
  • Koop bij betrouwbare kwekers zoals Cruydthoeck, Sprinklr, Vreeken’s Zaden, Griffioen, de Stadskas in Rotterdam, Marvy Green of ’t Groene Kikkertje (voor vijvers en moeraszones).
  • Let op keurmerken zoals SKAL (voor échte biologische teelt).
  • Vraag na of planten zijn opgekweekt zonder gif, dompelbaden of bestrijdingsmiddelen.
  • Gebruik geen pesticiden in je tuin — ook niet de zogenaamd ‘natuurlijke’.
  • Denk niet alleen aan voedselbronnen maar ook plekken waar gewoond en genesteld kan worden, zoals een bergje zand, stapel oud hout.

En vooral: wees kritisch op mooie claims. Vraag je af: wie heeft hier baat bij — de bij, of de sales-afdeling?


📣 Tot slot

We bevinden ons in een ernstige insectencrisis, grotendeels veroorzaakt door menselijke keuzes: grootschalige landbouw, verstening, stikstofdruk en gifgebruik. Wil je iets betekenen voor bijen en andere bestuivers? Begin dan bij je eigen tuin, balkon of buurtgroen — en kies bewust. 🌱


In een volgend artikel duiken we dieper in op de impact van bijenhouden zelf: wat komt erbij kijken, en hoe kun je dit op een verantwoorde manier doen zonder het ecosysteem te verstoren, en hoe kan een bijenhouder bijdragen aan de kennis over biodiversiteit en de wereld van bijen?